Pypsterstikke 15 (1953) BAG 2018: Pypsterstikke 5
kadastrale gemeente Balk, sectie A nummer 301, erf in 1832  
reëelcohier Gaasterland 1715, Balk, geen vermelding  
eigenaren
eigenaar in 1832 OAT: Jelle Meinesz, ontvanger te Balk
verkoop in 1853 aan: Jelle Tjeerds Meinesz, houthandelaar te Balk
bij boedelscheiding in 1892 aan: Meye Freerks Smink landbouwer te Harich
verkoop in 1902 aan: N.V. Gasfabriek te Balk, acceptanten Anne Meinesz en Johann Herman von Santen te Balk
verkoop in 1903 aan: Meine Annes Meinesz te Harich
bij verklaring in 1913 aan: de firma Koelstra en Dölle te Balk
bij boedelscheiding in 1920 aan: Hendrik Koelstra, bankwerker/fabrikant te Balk
   
voorgevel
2006
kadastrale gegevens

kadastrale kaart

kadastrale kaart 1832

301 vernummerd in 1878 naar 564
564 vernummerd in 1903 naar 799, 800
799 ongewijzigd tot 1928
800 ongewijzigd tot 1928 zie Pypsterstikke 3
 
minuutplan 1832
netteplan 1887
bron: Tresoar
 

kadastrale kaart

kadastrale kaart 1913

bewoners
huisnummering: 1900 - 1910 Balk 14b; 1910 - 1920 Balk 19; 1920 - 1930 Balk 17; 1930 - 1953 Balk 19 ; 1953 - 197? Pypsterstikke 15; 197?? tot heden Pypsterstikke 5
     
bevolkingsregister 1900 - 1910 blad 357; nummer Balk 14b / 19
1902 - 1903 Seerp Nolles, gasfitter ( * 26 september 1880 te Workum); hoofd, van Amsterdam / naar Amsterdam
1902 - 1903 Grietje Nolles, zonder beroep ( * 24 januari 1876 te Woudsend), van Bussum / naar Workum
1903 - 1910 Johan Hermann von Santen, directeur gasfabriek ( * 1 maart 1876 te Rotterdam); hoofd
register van huisnummering 1910 - 1920 blad 2; nummer 19
1910 - 1910 J.H. von Santen
1910 - 1914 Hendrik Stoffelsma
1914 - 1920 Hendrik Koelstra
bevolkingsregister 1911 - 1920 S blad 19, huisnummer Balk 19
1910 - 1910 Johan Hermann von Santen, zonder beroep ( * 1 maart 1876 te Rotterdam); hoofd, naar Leeuwarden
  zijn vrouw Idsk Meinesz ( * 22 juli 1872 te ? ) was directrice van de gasfabriek
bevolkingsregister 1911 - 1920 S blad 172, huisnummer Balk 19
1910 - 1914 Hendrik Stoffelsma, notarisklerk ( * 18 januari 1882 te Oudega HON); hoofd
bevolkingsregister 1911 - 1920 K-M blad 37, huisnummer Balk 19
1914 - 1920 Hendrik Gijsberts Koelstra, machinefabrikant ( * 24 augustus 1872 te 't Meer); hoofd
bevolkingsregister 1921 - 1930 blad 14; huisnummer Balk 17
1921 - 1930 Hendrik Gijsberts Koelstra, fabrikant ( * 24 augustus 1872 te 't Meer); hoofd
1921 - 1921 Evert Hempenius, onderwijzer bijzondere school ( * 9 november 1897 te Bolsward)
1928 - 1929 Adrianus Anthonie Kranenburg, schoonzoon, onderwijzer ( * 10 februari 1899 te Koudekerke)
bevolkingsregister 1931 - 1939 blad 16; huisnummer Balk 19
1931 - 1934 Hendrik Gijsberts Koelstra, machine fabrikant ( * 24 augustus 1872 te 't Meer); hoofd
1934 - 1937 Willem Kuipers, zonder beroep ( * 16 november 1875 te Wolsum); hoofd
1937 - 1938 Otte Willem de Jong, papierhandelaar ( * 3 september 1909 te Balk); hoofd
1938 - 1939 Anne Piersma, handelsreiziger ( * 14 november 1889 te Balk); hoofd
 
1939 - 19?? familie Piersma
  familie Boersma, autorijschool
  familie de Vries
     

 

N.V. Gasfabriek te Balk
 

Aan het begin van de 19de eeuw waren veel steden toe aan een enerzijds goedkopere en anderzijds meer systematische vorm van straatverlichting. Het antwoord hierop werd gevonden bij een nieuwe uitvinding, namelijk die van de gasverlichting. Gas was de eerste brandstof ooit die verspreid werd via leidingen, waardoor serieverlichting mogelijk werd.

Het Duitse stadje Freiburg had de primeur in 1811. In 1812 volgde Londen, in 1819 Parijs en in 1826 was Berlijn aan de beurt. In Nederland kwam de aanleg van gasleidingen pas laat op gang. Uiteindelijk was Amsterdam in 1847 de eerste plaats met openbare verlichting op basis van gas.

Toch was er nog lange tijd veel publieke weerstand tegen openbare verlichting op basis van gas en wel om de volgende redenen:
  • Men dacht dat mensen en dieren het gas dat uit de lantaarns lekte in grote hoeveelheden inademden en dat dit zowel lichamelijke als geestelijke gezondheidsschade bij beiden kon veroorzaken. Sommige mensen hadden zelfs apocalyptische visioenen van een totaal waanzinnig geworden bevolking. Afgezien hiervan dacht men dat het slecht, zo niet dodelijk, was voor planten.
  • Tegenstanders hadden grote problemen met het aanleggen van pijpleidingen. Dat was op zich begrijpelijk, want men kreeg voor het eerst te maken met de ergernissen van opengebroken straten. En in die dagen duurde dat vaak nog veel langer dan tegenwoordig. Soms lag een straat meer dan een half jaar open.
  • Men had ook de nodige twijfels over het idee van serieverlichting. Dat betekende immers dat bij een storing alle lampen tegelijkertijd uit zouden gaan. Dat probleem hadden de autonoom functionerende olielampen niet.
  • Tenslotte waren er problemen met het feit dat gas, dat werd opgewekt in speciale gasfabrieken, aanvankelijk vooral werd verspreid door particuliere maatschappijen. Die hadden daardoor een zekere macht over de energievoorziening in een stad. Olielampen daarentegen werden geheel verzorgd door de overheid.

Ondanks alle bezwaren won gasverlichting toch snel terrein, omdat het zoveel goedkoper was dan olielantaarns. Toch dreigde het een kortdurende triomf te worden; nog diezelfde eeuw werd het elektrisch licht uitgevonden. Rondom 1900 zorgde de uitvinding van het gloeikousje echter voor een nieuwe opleving van de gasverlichting. De kwaliteit van het licht ging er behoorlijk op vooruit en men kon de lantaarns nu gemakkelijker aansteken. (Lees hier meer over de geschiedenis van gasverlichting)

Ondertussen was de gloeilamp nog te zwak voor de grote omschakeling. Dat zou echter niet lang meer duren. Toen vanaf 1911 de gloeilamp ging branden op draad van wolfraam kwam elektrische straatverlichting definitief binnen handbereik.

 
bron: https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/52252-straatverlichting-door-de-eeuwen-heen.html
 
Gemeentes in Nederland werden benaderd door fabrikanten, investeerders en leveranciers van straatlantaarns. Vooral aan het eind van de 19e eeuw door de uitvinding van gaslampen met een gloeikous.

In de jaren '80 van de 19de eeuw leek het bestaan van gasverlichting op een vroeg einde af te stevenen. Het was een tamelijk dure vorm van verlichting gebleven en had weinig voordelen te bieden ten opzichte van een nieuwe concurrent. De uitvinding van de gloeilamp had namelijk in 1879 plaatsgevonden.

In 1893 kwam er echter een onverwachte nieuwe impuls toen het gloeikousje op de markt kwam. Dat werd in 1885 al uitgevonden door de Oostenrijker Auer von Welsbach, maar hij wist het pas in 1892 toepasbaar te krijgen.

Het nieuwe 'gasgloeilicht', zoals het in Nederland werd genoemd, was veel beter dan welke andere lichtbron op dat moment ook. Het gaf een helder en sterker licht en spaarde bovendien brandstof uit.

lees verder op deze link
 
Ook B & W van de gemeente Gaasterland kreeg de nodige aanbiedingen. Hieronder een opsomming wat ik hierover gevonden heb in het archief van de gemeente::
 
Nederlandse gasgloeilicht maatschappij
bron: archief gemeente Gaasterland ingekomen stukken 1897 toegang 126-99 / 126a-99a
complete pagina
 
Meteor verlichtingmaatschappij Ferdinand van Oppen
bron: archief gemeente Gaasterland ingekomen stukken 1897 toegang 126-99 / 126a-99a
pagina 1 / pagina 1 / pagina 2
 
NR de Leeuw
bron: archief gemeente Gaasterland ingekomen stukken 1899 toegang 126-101
pagina 1
 
Uiteindelijk kreeg Johann Hermann von Santen uit Purmerend de concessie van de gemeente Gaasterland voor het aanleggen van een gasfabriek met gasleidingstelsel in Balk. Samen met Anne Meinesz uit Balk richtte hij de N.V. Gasfabriek te Balk op.
 
bron: Leeuwarder Courant van 31 januari 1902
 
Pypsterstikke gasfabriek
bron: Leeuwarder Courant van 17 april 1902
 
statuten gasfabriek Balk
bron: Nederlandse Staatscourant van 5 april 1902
pagina 1 en 2 / pagina 3
 
gasfabriek Pypsterstikke
bron: Leeuwarder Courant van 30 april 1902
 
Balk A 301 arogeengasfabriek
prentbriefkaart 003-185 beschikbaar gesteld door Berend Bakker
 
opening gasfabriek
bron: Nieuwsblad van Friesland van 20 augustus 1902
pagina 1 / pagina 2 / pagina 3 / pagina 4 / pagina 5
 
gasfabriek Pypsterstikke
bron: Leeuwarder Courant van 20 augustus 1902
 
lantaarnopsteker
bron: archief gemeente Gaasterland toegang 136-103 ingekomen stukken B&W
Voor elke maand kreeg de lantaanopsteker, in dit geval de gasfabriek, een order van Burgemeester & Wethouders wanneer en hoelang de lantaarns in Balk moesten branden. Klik op de afbeelding voor de complete order.
 
verbouw woning gasfabriek
Een jaar na de oplevering in juli 1903 wordt er bij de gemeente Gaasterland een aanvraag ingediend voor een kleine verbouwing van de woning bij de gasfabriek. De tekening is gemaakt de gemeentearchitect Douwe van der Meer. Hij maakte ook het ontwerp van de fabriek met woning in 1902. helaas zijn daar geen tekeningen van bewaard gebleven.
tekeningen: voorgevel, begane grond, verdieping
 
Balk A 310 arogeengafabriek
prentbriefkaart 003-194 beschilbaar gesteld door Berend Bakker
Bij de handkar lantaarnopsteker Johannes Bakker, een oom van de vader van Berend Bakker.
 
Koelstra & Dölle
bron: Nieuwsblad van Friesland van 26 juli 1913
 
  lantaarnopsteker gevraagd
gasfabriek Balk
bron: Leeuwarder Courant van 27 april 1915
 
bron: Balkster Courant van 31 juli 1915 >>>
 
 
gasfabriek Pypsterstikke
bron: Nieuwsblad van Friesland van 21 mei 1916
 
Pypsterstikke
foto 350-015 beschikbaar gesteld door Hendrik Koelstra
Leden van de familie Koelstra voor hun woning aan de Pypsterstikke.

Van links naar rechts Johannes Koelstra (*1905 ) met fiets, Hendrik (*1872) met zijn broer Jan Koelstra (*1885), Jikke Koelstra (*1904) met dochter Anke van Jan Koelstra en Wypkje Kool,

Ida Koelstra (*1910), Wilhelmina Koelstra-de Jong Moeke en Wypkje Kool
 
autorijschool Boersma
 
Pypsterstikke
foto 219-005 beschikbaar gesteld door de familie Dölle
 
autorijschool Boersma Boersma autorijschool
bron: Balkster Courant van 9 november 1968
 

 

beginpagina langsdeluts laatste wijziging: 03.08.2022