hoofdelijk omslag gemeente Gaasterland |
|
De hoofdelijke omslag is een gemeentelijke belasting ingesteld bij de gemeentewet van 1851. |
|
De hoofdelijke omslag was een belasting die van 1851 tot 1922 werd geheven op basis van het geschatte inkomen. De richtlijnen waarop men het inkomen schatte verschilde per gemeente. Zo kon het zijn dat in een gemeente het aantal dienstboden als indicator gebruikt werd, terwijl er in een naburige gemeente naar de inkomsten van vaste eigendommen werd gekeken. Met de hoofdelijke omslag, feitelijk een gemeentelijke belasting, werd het plaatselijk bestuur bekostigd |
|
Naar de gelang de behoefte aan middelen ter dekking van plaatselijke uitgaven mocht de hoofdelijke omslag (1851-1922) door gemeenten geheven worden op basis van de Gemeentewet (van 29 juni 1851, staatsblad nummer 81) artikel 232-233 en 240, waarbij later met nadere wetgeving ter zake van gemeentebelastingen rekening moest worden gehouden. |
bron: De kohieren van de gemeentelijke hoofdelijke omslag, 1851-1922 door P.M.M. Klep, A. Lansink en W. van Mulken. |
|
|
hoofdelijke omslag 1898 |
Balk (1-169) / Harich (170-238) / Mirns en Bakhuizen (239-328) / Oudemirdum (329-384) / |
Nijemirdum (385-426) / Sondel (427-462) / Wijckel (463-539) / Ruigahuizen (540-549) |
de nummers tussen haakjes zijn de volgnummers op de lijst, dus niet de huisnummers! |
|
hoofdelijke omslag 1910 - volgorde volgens brochure |
Balk / Wijckel / Sondel / Nijemirdum / Oudemirdum / Mirns en Bakhuizen / Harich / Ruigahuizen / |
|
hoofdelijke omslag 1911 |
Balk / Harich / Ruigahuizen / Wijckel |
|
hoofdelijke omslag 1914 |
Balk / Harich / Ruigahuizen / Wijckel |
|
|