persoonlijke gegevens van Johannes Jacobs Groenewold. |
Johannes Jacobs Groenewold, geboren op 6 februari 1825 te Wildervank, als zoon van Lizabeth Alberts Groenewold, arbeidster te Wildervank, verwekt door Jacob Reinersland ("gepensioneerd" Duits militair) Overleden op 8 maart 1890 te Balk, 65 jaar oud.
Oliemolenaarsknecht te Zuidbroek (1848-1855), molenaarskncht te 't Meer (1855-1860), graanmolenaarsknecht 't Meer (1860-1870), molenaarsknecht te 't Meer (1870-1872), olieslagersknecht te 't Meer, rogmolenaarsknecht te 't Meer, olieslagersknecht Molkwerum (1872, 1886), olieslagersknecht te Balk (1886-1890) |
aangifte geboorte op 7 februari 1825 aktenr 7, door Grietje Cornelis Hein vroedvrouw te Wildervank, getuigen |
Christiaan Everharders |
schoenmaker |
34 jaar |
wonende te Wildervank |
Jan Geerts Nap |
broodbakker |
29 jaar |
wonende te Wildervank |
aangifte overlijden op 10 maart 1890 aktenummer A 16, olieslagersknecht te Balk, getuigen: |
Rinke Haitjema |
zonder beroep |
66 jaar |
wonende te Balk |
Jitze van Dijk |
zonder beroep |
76 jaar |
wonende te Balk |
|
|
Op 12 oktober 1848 getrouwd in de gemeente Zuidbroek met: |
Ettje Roelfs van Essen, geboren op 13 februari 1821 op nummer 20 te Meeden als dochter van Roelf Jans van Essen, dagloner, tuinier te Meeden, en Everdina Lodewijks Karels. Overleden op 29 september 1896 te Balk, 74 jaar oud.
aangifte geboorte op 16 februari 1821 aktenummer 9 door Roelf Jans van Essen,dagloner te Meeden, getuigen: |
Berent Fokkes Fokkens |
zonder beroep |
36 jaar |
wonende te Meeden |
Hinderk Jans van Essen |
herbergier |
25 jaar |
wonende te Meeden |
aangifte overlijden op 29 september 1896 aktenummer 3, zonder beroep te Balk, getuigen: |
Sigefridus IJlstra |
goud- en zilversmid |
56 jaar |
wonende te Balk |
Jelle de Vries |
koperslager |
54 jaar |
wonende te Balk |
|
Uit dit huwelijk: |
1. Levenloos kind, geboren op 21 januari 1849 te Zuidbroek. Overleden op 21 januari 1849 te Zuidbroek
aangifte overlijden op 22 januari 1849 aktenummer 67, getuigen: |
Geert Gerhardus Rietmeijer |
herbergier |
56 jaar |
wonende te Zuidbroek |
Hebo Harms Kruizinga |
schoenmaker |
53 jaar |
wonende te Zuidbroek |
|
2. Elizabeth (Groenewold), geboren op 1 november 1850 te Zuidbroek. Overleden op 22 januari 1921 te Heerenveen, 70 jaar oud. Op 18 mei 1879 getrouwd in de gemeente Schoterland met Wieger van Dijk, arbeider te Haskerdijken, 26 jaar oud, geboren te Haskerdijken als zoon van Anne Wiegers van Dijk, visser te Haskerdijken, en Neeltje Berends Bloemsma.
aangifte geboorte op 2 november 1850 aktenr. 41, door Johannes Groenewold, oliemolenaarsknecht, getuigen: |
Hindrik Hindriks Schreuder |
timmerman |
64 jaar |
wonende te Zuidbroek |
Engel Jakobs Atzema |
bode |
61 jaar |
wonende te Zuidbroek |
aangifte overlijden op 24 januzri 1921 aktenummer 20, getuigen: |
Sander de Hoop |
timmerman |
54 jaar |
wonende te Nijehaske |
Wietze van der Werf |
vetsmelter |
47 jaar |
wonende te Nijehaske |
|
3. Everdina (Groenewold), geboren op 21 december 1852 te Zuidbroek. Overleden op 29 januari 1941 te Apeldoorn, 88 jaar oud. Op 18 november 1880 getrouwd in de gemeente Hemelumer Oldeferd met Durk Reins Jaarsma, koopman te Koudum, 23 jaar oud, geboren te Koudum als zoon van Rein Durks Jaarsma, landbouwer te Koudum, en Antje Roukes Bakker.
aangifte geboorte op 23 december 1852 aktenr. 49, door Johannes Groenewold, olieslagersknecht, getuigen: |
Arend Geerts Buining |
logementhouder |
60 jaar |
wonende te Zuidbroek |
Kier Rommerts Metzlar |
veldwachter |
35 jaar |
wonende te Zuidbroek |
aangifte overlijden op ? aktenummer ?, ?, getuigen: |
|
|
|
|
|
4. Roelf (Groenewold), geboren op 10 maart 1855 te Zuidbroek. Overleden op 22 maart 1921 te Balk, Op 26 november 1885 getrouwd in de gemeente Hemelumer Oldeferd met Aalk Visser, 20 jaar oud, geboren te Molkwerum als dochter van Tjeerd Piers Visser en Sibbel Jans Smid.
aangifte geboorte op 12 maart 1855 aktenr. 10 door Johannes Groenewold, olieslagersknecht getuigen: |
Caspar Arnold Gericke |
zonder beroep |
58 jaar |
wonende te Zuidbroek |
Onne Emes Westerhof |
arbeider |
47 jaar |
wonende te Zuidbroek |
aangifte overlijden op 23 maart 1921 aktenummer 19, ?, getuigen: |
Halbe Doele |
aanspreker |
71 jaar |
wonende te Balk |
Jan Doele |
timmerman |
45 jaar |
wonende te Balk |
|
5. Jacob (Groenewold), geboren op 6 oktober 1856 te Het Meer. Overleden op ? te ? , ? jaar oud. Op 15 oktober 1880 getrouwd in de gemeente Hemelumer Oldeferd met Baukje Bakker, oud 23 jaar, geboren te Stavoren als dochter van Cornelis Pieters Bakker en Tjitske Geerts Bouma.
aangifte geboorte op 8 oktober 1856 aktenr. 234 door Johannes Groenewold olieslagersknecht, getuigen: |
Hendrik Eits Stooker |
arbeider |
75 jaar |
wonende te 't Meer |
Homme Harmens Bosscher |
kastelein |
53 jaar |
wonende te Bovenknijpe |
|
6. Anna (Groenewold), geboren op 24 juni 1858 te Het Meer. Overleden op 29 augustus 1866 te Het Meer, 8 jaar oud.
aangifte geboorte op 26 juli 1858 aktenummer 194 door Johannes Groenewold, olieslagersknecht, getuigen: |
Hendrik Eits Stooker |
arbeider |
77 jaar |
wonende te 't Meer |
Gerdse Hendriks Holtrop |
machinist |
39 jaar |
wonende te 't Meer |
aangifte overlijden op 30 augustus 1866 aktenummer 200, getuigen: |
Jan Wolters van der Hoek |
arbeider |
31 jaar |
wonende te 't Meer |
Arend Willems Nauta |
doodgraver |
50 jaar |
wonende te Heerenveen |
|
7. Jan (Groenewoud), geboren op 22 april 1861 te Het Meer. Overleden op 23 maart 1931 te Balk, 69 jaar oud. Op 19 mei 1887 getrouwd in de gemeente Hemelumer Oldeferd met Geertje Bakker, oud 26 jaar, geboren te Workum als dochter van Gerrit Gaeles Bakker en Akke Pieters Sannes.
aangifte geboorte op 23 april 1861 aktenr. 105 door Johannes Groenewoud, rogmolenaarsknecht, getuigen: |
Hendrik Eits Stooker |
zonder beroep |
79 jaar |
wonende te 't Meer |
Bauke Anskes van Asperen |
bakker |
45 jaar |
wonende te 't Meer |
aangifte overlijden op 24 maart 1931 aktenummer 26, petroleumventer te Balk, getuigen: |
Meine Bosma |
goudsmidsknecht |
58 jaar |
wonende te Balk |
Imke Wagenmakers |
zonder beroep |
78 jaar |
wonende te Balk |
|
8. Maria (Groenewold), geboren op 21 december 1862 te het Meer. Overleden op 13 maart 1944 te Balk, 81 jaar oud. Op 13 mei 1893 getrouwd in de gemeente Gaasterland met Albert Jongstra, oud 30 jaar, geboren te Balk als zoon van Jan Jacobs Jongstra en Antje Alberts Jongsma.
aangifte geboorte op 23 december 1862 aktenr. 314 door Johannes Groenewold, rogmolenaarsknecht getuigen: |
Hendrik Eits Stooker |
zonder beroep |
81 jaar |
wonende te 't Meer |
Douwe Ates Wapstra |
schoenmaker |
50 jaar |
wonende te 't Meer |
aangifte overlijden op 14 maart 1944 aktenummer 22, getuigen: |
Meine Bosma |
goud- en zilversmid |
71 jaar |
wonende te Balk |
|
|
|
|
Van oktober 1848 tot 30 april 1855 heeft het gezin gewoond in Zuidbroek. Van 30 april 1855 tot 12 oktober 1872 in Het Meer, nummer 37, boven Heerenveen. Van 8 augustus 1872
tot 13 september 1886 op de Ymedaem bij Molkwerum. Vanaf 13 september 1886 in Balk. |
De oudste dochter Elisabeth is in Heerenveen getrouwd en is daar blijven wonen. Everdina, Roelf, Jacob en Jan zijn getrouwd op het gemeentehuis in Koudum. Everdina bleef achter in Koudum en is later met haar gezin naar Amsterdam vertrokken. Jacob vestigde zich eerst in Stavoren en is later geëmigreerd naar de Verenigde Staten. Roelf, Jan en Maria gingen mee naar Balk. |
|
Zuidbroek |
|
|
rechts het gemeentehuis te Zuidbroek rond 1900 |
kaart van de gemeente Zuidbroek uit 1868 |
|
Volgens de geboorteakten van hun kinderen was Johannes Groenewold olieslagersknecht wonende te Zuidbroek in de periode 1848 -1855. Zuidbroek had in die tijd volgens de molendatabase verdwenen molens één oliemolen. Deze lag aan de noordzijde van het Winschoterdiep. Ergens ter hoogte van het huidige adres Winschoterdiep 34. |
Albert Oomkes Kemper (*1814 te Wildervank) was korenmolenaar te Wildervank. In 1845 verkopen de erven van Oomke Fockes Kemper (de vader van Albert), overleden in 1838, de koren- en runmolen aan het Westerdiep te Wildervank. Zijn vrouw was Jantje Alberts Groenewold overleden in 1845, een zus van Lizabeth Alberts Groenewold de moeder van Johannes. |
|
|
bron: Groninger Courant van 14 november 1845 |
|
De korenmolen gebouwd door Oomke Fokkes Kemper te Wildervank in 1827 op foto vastgelegd rond 1920 |
bron: www.molendatabase.nl verdwenen molens >>> |
|
In 1846 bouwde Albert Oomkes Kemper een oliemolen in Zuidbroek. Waarschijnlijk koopt hij een stuk grond, perceel Zuidbroek D 400, aan het Winschoterdiep van de erven Hindrik Koops, logementhouder te Zuidbroek. Dat perceel komt aardig overeen met de locatie van de oliemolen van Kemper genoemd in de molendatabase verdwenen molens. Deze veronderstelling moet ik nog verder uitzoeken. De molen wordt compleet verwoest bij een brand in 1872. |
Volgens het bevolkingsregister 1850-1860 van de gemeente Zuidbroek woonden de familie Johannes Groenewold en Albert Kemper naastelkaar. In ieder geval haden ze opeenvolgende huisnummers. |
|
bron: www.molendatabase.nl verdwenen molens |
|
|
bron: Nieuwe Veendammer courant van 11 september 1872 |
|
bron: Provinciale Drentsche en Asser Courant van 16 september 1872 >>> |
|
't Meer |
|
|
het gemeentehuis van de gemeente Schoterland te Heerenveen van 1830 - 1950, op deze foto rond 1900 |
kaart van de gemeente Schoterland uit 1868 |
|
|
Het gezin Groenewold woonde van 30 april 1855 - 12 oktober 1872 aan Het Meer bij Heerenveen op nummer 37 |
In de periode van 16 mei 1870 tot 18 januari 1871 heeft het gezin in Wolvega gewoond. |
|
HET MEER
Lopende vanaf de "Heideburen" en de "Nieuweburen" bij "De Opslach" tot de grens met 'De Knipe', ongeveer 50 meter noord-oostelijk van de "Woudsterweg".
Werd in 1852 bestraat (althans verhard), in het kader van aanleg van de straatweg Heerenveen - Langezwaag.
Besluit naamgeving van 30 januari 1951.
Het Meer is oorspronkelijk een langgerekte buurtschap. Tot 1841 was hier, nabij de voormalige Asbrug, de R.K. kerk van Heerenveen. Na de tweede wereldoorlog is "Het Meer" administratief bij Heerenveen getrokken en is sindsdien geen afzonderlijk dorp meer maar een straatnaam (raadbesluit van 30 januari 1951).
Voor wat betreft de betekenis van de naam 'Het Meer' citeren wij hier een artikeltje van de hand van W.H. overgenomen uit het Nieuwsblad van Friesland van 9 juni 1933. "Gewoonlijk wordt de naam 'Het Meer' gehouden voor het Nederlandsche woord "meer", waarmee een waterplas wordt aangeduid. Friesch sprekenden en schrijvenden 'vertalen'het dan ook met "it Mar".Zulks is echter onjuist en op die wijze wordt een echt, oud Friesch woord geweld aangedaan. De naam "Het Meer" heeft n.l. niets met een waterplas te maken en de Friesche naam is niet Mar, doch Mear of Maer. Dit oude woord betekent niets anders dan grens of grensscheiding. Zoo is in de oude Friesche stukken b.v. sprake van de "Hemriks Maer".waarmede wordt bedoeld de grens van de hemrik, meestal een sloot. In het onderhavige geval is It Mear de oude Friesche naam voor de grens tusschen Aengwirden en Schoterland. Men meent wel eens , dat de naam zou ontstaan zijn door vroeger hier aanwezige plassen. Zulks is echter niet het geval; het woord is veel ouder dan de veenplassen die vroeger ten noorden van it Mear lagen. Ten aanzien van de plaatsnaam Het Meer heft het Nederlandsch ons dus parten gespeeld en op een dwaalspoor gebracht. Zulks komt met aardrijkskundige namen in Friesland wel vaker voor”.
Noot: waarschijnlijk is W.H. Willem Hielkema, geb. 1888 Gorredijk, overl. 1944 Leeuwarden, jounalist o.a. Leeuwarder Courant.
Zie verder ook het uitgebreide artikel over deze naamgeving van de heer Westerdijk in de Veenbrief van april 2001.
Bij de oprichting van de Dekema-, Cuijck- en Foeyts-veencompagnie, was het Meer een groot veenmoeras. Voor de drooglegging hiervan in de 16e eeuw werd eerst de Heeresloot/Compagnonsvaart gegraven, waardoor het overtollige water kon worden afgevoerd. De boeren in Akmarijp en Terhorne deden de Compagnons een proces aan, daar zij er niet van gediend waren dit vuile water bij hun landerijen te hebben. De macht van de heren Compagnons was toen al zo groot, dat geen enkele advocaat in Leeuwarden de belangen van deze boeren durfde verdedigen. Dit was overigens wel begrijpelijk, omdat van Dekema lid was van de Hove van Friesland, waarvoor ze moesten verschijnen.
Het herenhuis 'Voormeer' dateert van plm. 1600 en is in 1800 grondig verbouwd.
In het kader van het Prinsenwijkplan is in 1969/70 de Schoterlandsche Compagnonsvaart tot in De Knipe gedempt en van een asfaltwegdek voorzien. |
bron: www.heerenveen.nl |
|
|
Ymedam |
|
|
het gemeentehuis van de gemeente Hemelumer Oldeferd en Noordwolde te Koudum rond 1900 |
kaart van de gemeente Hemelumer Oldeferd en Noordwolde uit 1868 |
|
In 1872 kwam Meine Annes Meinesz, op verzoek van burgemeester Van Swinderen, terug naar Gaasterland om de olieslagerij op de Ymedaem van de ondergang te redden. Meine kende de kneepjes van het vak, omdat hij in Heerenveen een soortgelijk bedrijf had. |
Johannes Jacobs Groenewold verhuisde in oktober 1872 met zijn gezin naar de Ymedaem. Ze gingen wonen in één van de arbeiderswoningen bij de fabriek, op nummer B18. In Heerenveen verdiende Johannes zijn geld als olieslagersknecht. Het zou zo kunnen zijn dat zijn baas in Heerenveen Meine Annes Meinesz was en dat die hem heeft gevraagd om hem te helpen de olieslagerij op de Ymedaem te redden. De zonen Jacob, Roelf en Jan hebben ook gewerkt in de fabriek op de Ymedaem. |
In het begin verliep alles voorspoedig maar omstreeks 1875 kwam er een terugval. De eek werd door kunststof vervangen en in de landbouw kon Nederland niet op tegen de massaproductie uit Amerika; bovenal sloot Duitsland de grenzen terwijl ons land het stelsel van vrije handel in ere hield. Daar kon de Jonkheer niet tegenop. Er werd nog een ander, sterker stoomgemaal gebouwd, maar in 1887 kwam de tijding uit Rijs: ophouden. Het werk lag stil en de huizen kwamen leeg te staan. |
In 1886 verhuisde de 61 jarige Johannes Groenewold met zijn vrouw naar Balk. |
|
|
Het stoomgemaal en later olieslagerij op de Ymedaem aan de kant van Molkwerum van de Warnservaart. |
Van 8 augustus 1872 tot 13 september 1886 woonde het gezin op de Ymedam in één van de arbeiderswonignen rechts op de foto naast het stoomgemaal met olieslagerij. |
|
DE YMEDAEM |
In het voorjaar van 1851 heeft jonkheer J.H.F.K. Gerlacius van Swinderen uit Gaasterland een stoomgemaal gebouwd om It Flait, ongeveer 100 ha., droog te malen, de eerste in Friesland die voor dit doel gebruikt werd en daardoor veel indruk maakte. Toen de polder droog was, werd het nieuwe land vlak gemaakt, sloten gegraven en boerderijen gebouwd. Daar bleef het niet bij. De jonkheer richtte ook een eekmalerij op; dit werd gewonnen van de bast van jonge eike stammen door het aan het einde van de vorige eeuw (lees 19e eeuw) in de Gaasterlandse bossen bekende eikekloppen; in het voorjaar ’s morgens vroeg vooral door kinderen uitgevoerd zodat in de verre omtrek van het bos het slaan van de hamers tegen de stammen gehoord werd. Wanneer de bast goed droog was , werd hij tot een fijne poeder vermalen. De zo gewonnen eek werd samen met urine bij het looien van leer gebruikt, maar ook voor het tanen van touw, netten en zeildoek. |
|
Op de Ymedaem kwam in de loop van de tijd nog een houtzagerij, een machinefabriek en een olieslagerij te staan en alles werd toen voor eerst aangedreven door stoomkracht. Voor de benodigde arbeiders liet de Jonkheer een vijftiental huisjes bouwen. Behalve hem was Wabe de Jong uit Koudum bij de onderneming betrokken. Tezamen richtten de heren de “Firma W.J. de Jong en Co” op, handelaren in gezaagde en ongezaagde houtwaren, gemalen run, raap- en lijnkoeken. Ze hadden ook een eigen kofschip, “De Onderneming”, met K.R. Kooiman als kapitein. Het was net alsof de oude tijden weer terug waren want net als toen werd het hout uit Scandinavië gehaald. De lijnolie, geperst uit het zaad van vlas, werd gebruikt in de industrie, onder andere voor het maken van verf. Wat van de vrucht overbleef werden lijnkoeken gemaakt voor het vee. |
|
In 1925 ging het stoomgemaal tegen de vlakte. Een elektrisch gemaal kwam er voor in de plaats om de polder droog te houden. |
bron:
Himmelumer Aldefurd en Noardwâlde door dr. G. Abma |
bron: Jelle Meinesz en nazaten in Gaasterland door Aafke Meinesz |
aangevuld met eigen gegevens |
|
|
|
bron: Leeuwarder Courant van 3 juli 1925 |
|
|
bron: Het nieuws van den dag van 20 november 1877 |
|
|
bron: Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 21 november 1877 |
Helaas in de lokale kranten over de uitgeloofde premie niets kunnen vinden. Ook niet over de geredde drenkeling en wanneer en waar de redding heeft plaats gevonden. |
Johannes ontving in november 1877 een premie van fl 31,50 "voor de redding van een schijnbaar leevenlooze drenkeling". Een dergelijke premie werd in die tijd uitgeloofd door de Maatschappij tot redding van Drenkelingen "aan hen die kunnen aantoonen, binnen het Koninkrijk der Nederlanden, de Nederlandsche Koloniën, of aan boord van een schip onder Nederlandsche vlag, een schijndooden drenkeling of iemand, die ten gevolge van bevriezing, verhanging enz. in schijndooden toestand verkeert, tot het leven teruggebracht hebben. Deze premie bestaat, ter keuze van den redder, óf in de gouden medaille der Maatschappij met vermelding daarop van den naam des reders, benevens de plaats waar en het jaar waarin de redding heeft plaats gegrepen; óf in een geldsom ten bedrage van een-en-dertig gulden en vijfitg cents; óf in de zilveren medaille, met vermelding als boven, en zeven-en-twintig gulden aan geld óf eindelijk (=als laatste) in het kistje met instrumenten, tot gebruik bij behandeling van schijndooden. .... etc" |
|
|
Balk |
|
|
het gemeentehuis van de gemeente Gaasterland te Balk rond 1900 |
kaart van de gemeente Gaasterland uit 1868 |
|
|
De Volharding aan de Luts richting het Slotermeer rond 1900 |
meer over de historie van de Volharding in Balk is te vinden onder deze link |
|
Op 17 september 1886 (vanuit Molkwerum) vestigt Johannes Jacobs Groenewold zich in Balk. Aan de Wijckelerzijde huren ze een woning van Johannes Tjietjes Albada, boer te Kolderwolde, en Stoffel Cornelis Bouwstra, boer te Harich. Nu is dit Raadhuisstraat 8 |
Zoon Roelf Groenewold woont op hetzelfde adres (ook vanaf 17 september 1886 vanuit Molkwerum) met zijn vrouw Aalk Visser. Hun kinderen Tjeerd (15 sep 1887) en Ettje (18 feb 1889) worden hier geboren. |
Zoon Jan Groenewoud komt twee jaar later vanuit Koudum naar Balk en wel op 15 september 1888 samen met zijn vrouw Geertje Bakker. Hun oudste dochter is waarschijnlijk hier geboren op 9 september 1888. |
bron: bevolkingsregister 1880-1890 gemeente Gaasterland blad 11 A140-144 |
|
Vanaf 1890 staan Johannes Jacobs Groenewold en Ettje van Essen met hun jongste dochter Maria ingeschreven op nummer Balk 236 (dat nu Lytse Side 9) Johannes overlijdt hier op 8 maart 1890. |
bron: bevolkingsregister 1890-1900 gemeente Gaasterland blad 335, huisnummer Balk 236 |
|
Op 12 mei 1890 verhuizen Ettje van Essen en haar dochter Maria naar nummer 198a aan de Wijckelerzijde. Dat is nu Raadhuisstraat 8 Op 29 september 1896 sterft Ettje van Essen op dit adres. Maria trouwt op 13 mei 1893 met Albert Jongstra. Op 28 juli 1893 verhuist Maria naar nummer Balk 83a |
bron: bevolkingsregister 1890-1900 gemeente Gaasterland blad 293, huisnummer Balk 198a |
|
|
van deze pagina zijn onderstaande personen te vinden in het overzicht bewoners en eigenaren |
ouders / schoonouders |
hoofdpersoon / broers / zusters |
kinderen en aangetrouwd |
|
Johannes Groenewold 1825-1890 |
Roelf Groenewold 1855-1921 |
|
|
Jan Groenewoud 1861-1931 |
|
woonadressen familie Groenewold |
periode |
adres |
bron |
1848 - 1855 |
Zuidbroek |
bevolkingsregister Zuidbroek 1850-1860 blad 255 huisnummer 133 / 102 |
1855 - 1860 |
't Meer |
bevolkingsregister Schoterland 1850-1860 blad 35 huisnummer 25 / 68 / 37 |
1860 - 1870 |
't Meer |
bevolkingsregister Schoterland 1850-1860 blad 57 huisnummer 37 |
1870 - 1870 |
't Meer |
bevolkingsregister Schoterland 1850-1860 blad 58 huisnummer 37 / 70 |
1870 - 1871 |
Wolvega |
|
1871 - 1872 |
't Meer |
bevolkingsregister Schoterland 1850-1860 blad 58 huisnummer 37 / 70 |
1872 - 1880 |
Molkwerum /Ymedam |
bevolkingsregister Hemelumer Oldeferd 1870-1879 blad 147 huisnummer B 7a |
1872 - 1880 |
Molkwerum /Ymedam |
bevolkingsregister Hemelumer Oldeferd 1870-1879 blad 147 huisnummer B 14 |
1880 - 1886 |
Molkwerum /Ymedam |
bevolkingsregister Hemelumer Oldeferd 1880-1889 blad 187 huisnummer 14 |
1886 - 1890 |
Raadhuisstraat 8 |
bevolkingsregister 1879 - 1890 blad 11; kad. gemeente Balk sectie A nummer 140 |
1890 - 1890 |
Lytse Side 9 |
bevolkingsregister 1890 - 1900 blad 335; huisnummer Balk 236 |
1890 - 1896 |
Raadhuisstraat 8 |
bevolkingsregister 1890 - 1900 blad 293, huisnummer Balk 198a |
|
|
|
|