Het onderwijs in Balk rond 1860 bestond uit een 2 klassige openbare lagere school. Per lokaal zitten er 60 tot 70 leerlingen opgepropt. Ze leren er bijbelteksten, schrijven op een lei en rekenen uit het boekje van Bartjens. Na de lagere school is er niets. |
Eind 1866 buigen een aantal burgers zich over dit probleem. Het zijn: |
- Jacobus Hendriks van der Goot, gemeenteontvanger en grossier |
- S. Tromp, geneesheer te Balk |
- Reinold Wensel ten Brink, apotheker te Balk |
- Halbe Hanses Drijfhout, goud- en zilversmid te Balk |
- Johannes van Hout, timmerman te Balk |
- Cornelis Willem de Jong, bakker te Balk |
- L.H. Potma, notaris te Balk |
- Jan Jans Honig, doopsgezind predikant te Balk |
- L. van Giffen, rijksontvanger en Hervormd predikant te Wijckel |
- P.A. de Bruine, Hervormd predikant te Harich |
Onder leiding van Jacobus Hendriks van der Goot besluiten zij een verzoek te richten aan de gemeenteraad om te komen tot de stichting van een school voor meer uitgebreid lager onderwijs. Op 30 januari 1867 besluit de Raad tot volle medewerking en burgemeester van Swinderen laat van der Goot 5 dagen later weten, dat hij (van der Goot) met zijn "committee" de zaak maar moet onderzoeken en met voorstellen moet komen. |
In de loop van het jaar 1867 gaat de commissie serieus aan het werk. Er wordt veel en lang vergaderd ten huize van cafehouder Van Vliet. Met behulp van het reglement voor "Fransche Scholen in Leeuwarden" weten de heren eind 1867 hoe ze het willen hebben. Eind oktober 1867 worden er advertenties geplaatst waarin men een onderwijzer vraagt. Men zoekt voor deze funktie toch wel een bijzonder persoon want tegen een magere beloning van f 850,- per jaar verwacht men behalve een goed onderwijzer, ook nog eentje die muzikaal is en Grieks en Latijn kent. |
Eén van de 3 in aanmerking komende sollicitanten is de 28 jarige P.C.J. Lapidoth uit Bloemendaal. Behalve het gevraagde Grieks en Latijn (hij heeft zijn opleiding gehad aan het gymnasium te Leiden), kent hij Frans, Hoogduits, Engels en Wiskunde. Al ruim 8 jaar: " ...wijdt hij zich aan het onderwijs en opvoeding van jongelieden uit den beschaafden stand ..." Wat Lapidoth daar mee bedoelt, wordt even later duidelijk uit zijn sollicitatiebrief. Gedurende die 8 jaar heeft hij als gouverneur gewerkt bij de familie Manger-Cats te Wolvega, was eerste secondant aan het stedelijk instituut voor "jonge heeren" te Sneek en is hij op dat moment werkzaam als gouverneur ten huize van jonkheer Huijghens-Backer te Bloemendaal. |
Op 21 januari 1868 onderneemt Lapidoth de grote reis naar het verre Balk voor zijn sollicitatiegesprek. Vanuit Haarlem reist hij per trein naar Amsterdam en daar neemt hij de Lemmerboot. Een dag later arriveert hij in Lemmer, waar Van der Goot hem met een rijtuig opwacht. |
Tijdens het sollicitatiegesprek wordt aan Lapidoth beloofd dat zijn salaris f 1000,- per jaar zal bedragen: verder mag hij meedenken over het inventaris van de nieuwe éénklassige Franse school. Daar zal wat ruimte ontstaan omdat er datzelfde jaar 1868 een Christelijke lagere school wordt opgericht. |
Het "committee"en Lapidoth komen tot overeenstemming en per 7 maart 1868 wordt Lapidoth benoemd. Op 18 meu 1868 is het zover dat de nieuwe M.U.L.O. school , die door iedereen "Franse school" wordt genoemd, van start gaan. |
 |
De school rond 1920 waar nu 't Haske staat met links het raam van de MULO en rechts de lagere school |
|
bron: Niet alleen het verstand. Jubileumboek uit 1984 ter gelegenheid van de opening van het nieuwe gebouw van de openbare van Swinderen Mavo aan de Douwe Aukesstraat te Balk geschreven door Jan H. Oosterhoff |
|